Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [31]alle stuurlieden, en al het volk op de schepen, en [32]bootsgezellen, en allen, [33]die ter zee handelen, stonden van verre; 31. Hierdoor kunnen enigszins de eigenlijk genoemde stuurlieden en zeelieden verstaan worden, die ook uit het aanbrengen van vele dezer goederen, uit alle gewesten der wereld, bij dit Babylon hun voordeel deden, gelijk van de stuurlieden en zeelieden van Tyrus wordt verhaald, Ezech.27:9,25, en vervolgens. Doch dit wordt ook door velen figuurlijkerwijze verstaan van degenen die leden zijn, of de besturing hebben van de geestelijke hoven, abdijen, kloosters en dergelijke geestelijke goederen, die hierdoor hun voordeel en aanzien ook zullen verliezen; welke verenigingen ook bij wateren en rivieren, hfdst.16 vs.4, zijn vergeleken. 32. Of schippers. 33. Dat is, die de zee bouwen.